[et_pb_section bb_built=”1″][et_pb_row][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text _builder_version=”3.13.1″]
KW 4 – 2015: Anne Beeksma
Het stadscentrum van Rotterdam werd in het begin van WOII gebombardeerd en Rotterdam West in 1943. In de oorlog zijn er in Rotterdam een aantal nooddorpen gebouwd om de eerste leed zo veel mogelijk te verzachten. Deze dorpen bleven veel langer in gebruik dan men had verwacht omdat de woningnood groot was en omdat alhoewel het nieuwe Basisplan van Van Traa voor de wederopbouw al in 1946 klaar was er pas echt met het bouwen van de wederopbouw woningen gestart werd in de jaren vijftig.
In 1949 werden in Rotterdam Charlois de 545 woningen in het plan Wielewaal opgeleverd. De Wielewaal wordt wel eens in één mond genoemd met de nooddorpen, maar is in feite het eerste plan met noodwoningen in Rotterdam na de oorlog en maakt dus deel uit van de wederopbouw.
De woningen zijn ontworpen door de architecten J. Denijs en P. Van Drimmelen. Het zijn grondgebonden woningen van 60-90m2 en hebben slechts 1 bouwlaag. De standaard woning heeft drie slaapkamers maar door het toepassen van een bredere beuk of het toevoegen van een extra beuk zijn er ook woningen met vier of zelfs vijf slaapkamers. Alle woningen liggen in het groen en hebben een oost-west oriëntatie en een eigen tuin. Het geheel oogt als één van de nu nog steeds zo populaire vakantieparken buiten de randstad. Afgezien van de bouwkundige staat van de woningen, die niet meer van deze tijd is, liggen de woningen er dus riant bij.
De woningen zijn gebouwd met een lichtgewicht constructie met gevels, uitgevoerd als dunne spouwmuren en een houten begane grondvloer op prefab betonnen balken. De woningen liggen op staal, wat wil zeggen dat ze verder niet zijn gefundeerd. Nu bouwen we onze woningen zo niet meer zelfs niet als vakantiewoning. Inmiddels zijn wij collectief gewend aan een ander comfortniveau en vinden wij dat onze gebouwen goed geïsoleerd moeten zijn. Met name op het gebied van het bouwfysische en installatietechnische vlak heeft de woningbouw een grote ontwikkeling doorgemaakt. Wij bouwen vandaag de dag goede badkamers, grote keukens en vinden het heel gewoon dat de woning warm is in de winter en koel in de zomer en dat we geen geluidshinder van buren en verkeer hebben.
Alhoewel bouwkundig verouderd waren de woningen dus nog steeds populair. Behalve goedkope vierkante meters hebben ze een volledig grondgebonden plattegrond en de ligging in het groen is een kwaliteit die inmiddels zelfs voor woningen in een hoger segment schaars is. Het is niet voor niets dat de bewoners lang hebben gestreden om hun woningen te behoeden voor sloop.
Het voorstel om dan tenminste de verkaveling en stedenbouwkundige structuur te handhaven en op te bouwen met nieuwe kleine woningen, waarin de oorspronkelijke bewoners terug zouden kunnen keren, lag dan ook voor de hand. Dat dit echter een valkuil kan zijn bewijst het treurige resultaat van het in 1989 nieuw opgebouwde Witte dorp, in een poging om in ieder geval de grote stedenbouwkundige kwaliteit van het plan met noodwoningen uit 1922 van architect J.J.P. Oud te redden.
Het valt namelijk niet mee om een rendabel plan te bouwen met eenlaagse grondgebonden woningen. Een simpele rekensom leert dat zelfs bij kleine woningen van 60-90m2 in het geval van het bouwen van een volledige plattegrond op de begane grond, deze woningen een zodanig grondbeslag heeft dat het dubbele is van een standaard nieuw te bouwen rijtjes woning. Meestal zal zelfs gekozen worden voor een beneden-boven of duplexwoningen, waardoor acht woningen op dezelfde grond gebouwd kunnen worden. Maar liever nog voor de bouw van appartementen waardoor op de oppervlakte van drie woningen al snel een veelvoud aan appartementen gebouwd kunnen worden. Het is dan ook geen verassing dat in het nieuwe plan voor de Wielewaal 110 appartementen opgenomen zijn.
Dit neemt niet weg dat als de woningen in het plan Wielewaal in particulier bezit geweest waren, het zeer de vraag is of ze dan ook gesloopt zouden worden of dat ze juist door hun bewoners intern gekoesterd en gerenoveerd zouden zijn geworden. Echter in het bezit van een woningbouwvereniging of gemeente voldoen ze niet aan de minimale eisen voor goede woningen en zijn ze simpelweg niet rendabel.
Of ook is overwogen om de Wielewaal intern te renoveren naar een niveau van comfort van deze tijd zoals dat op geslaagde wijze gedaan is met de Kiefhoek (1928 eveneens door architect J.J.P. Oud) door oud Rijkbouwmeester Wietze Patijn, wat hopelijk te boven zal komen in het onderzoek.
Omdat sloop nu vaststaat, is het mooi dat de Wielewaal gedegen gedocumenteerd wordt. Als Anne Beeksma er daarbij in zou slagen om de afwegingen en beslissingen (en de context waarin deze genomen zijn) tot de bouw én de sloop in de rapportage op te nemen, zou het onderzoek daadwerkelijk iets toevoegen aan wat we al weten: dat de Wielewaal een bijzonder monument was van de naoorlogse bouw.
Dikkie Scipio
voor FGF
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]